Banco Santander realiseerde in het eerste kwartaal van 2020 een winst van 331 miljoen euro. Dit is een daling van 82% op jaarbasis, voornamelijk als gevolg van het aanleggen van 1.600 miljoen euro aan voorzieningen in verband met COVID-19. De groep verwacht immers een verslechtering van de macro-economische omstandigheden als gevolg van de gezondheidscrisis.
Exclusief de nettokosten, die € 46 miljoen aan herstructureringskosten in Europa omvatten, bedroeg de onderliggende toerekenbare winst €1.977 miljoen in het eerste kwartaal van 2020. Dit is een stijging van 1% op jaarbasis (+8% op basis van constante wisselkoersen), als gevolg van de groei in de meeste markten in Noord- en Zuid-Amerika, die slechts schaars werden beïnvloed door de uitbraak van de pandemie.
Vergeleken met het eerste kwartaal van vorig jaar zag de bank een solide klantengroei bij een constante valutabasis, waarbij de inkomsten van de klanten met 3% toenamen. De nettorentebaten stegen in zeven van de tien kernmarkten en de netto-provisiebaten stegen met 3%. De kredietverlening en de deposito's stegen met respectievelijk 7% en 6% bij een constante valutabasis. In Noord- en Zuid-Amerika stegen de kredieten en fondsen met een groei van 15%, terwijl die groei in Europa trager verliep.
Santander blijft aanzienlijke financiële steun verlenen aan mensen en bedrijven die door de crisis zijn getroffen. De gemiddelde nieuwe kredietverlening per dag is met meer dan 100% gestegen, van € 562 miljoen in februari naar € 1.149 miljoen in april. In Europa is, onder leiding van Spanje en Portugal, de gemiddelde dagelijkse nieuwe kredietverlening gestegen van 209 miljoen euro in februari tot 883 miljoen euro in april.
José Antonio Álvarez, CEO van Santander